Deze dialoog heeft de volgende functies:
Classificatie methode | De gebruiker kan een keuze maken uit een viertal classificatie methoden. Een classificatiemethode wordt geselecteerd door erop te klikken met de linker muisknop of de pijltjes toetsen te gebruiken. |
Aantal Klassen | In het vakje naast Aantal Klassen wordt het te onderscheiden aantal klassen opgegeven. Deze is niet beschikbaar (grijs) bij de Classificatie methode Unieke Waarde. In dat geval wordt het aantal klassen vanzelf berekend. |
Genereer Classificatie | Wanneer deze optie aanstaat wordt automatisch geclassificeerd, nadat het venster Wijzig Classificatie is afgesloten met 'OK'. Deze optie is niet beschikbaar wanneer de classificatiemethode 'Door de gebruiker gedefinieerd' is geselecteerd. Genereer Classificatie staat aan wanneer het vierkantje voor deze optie is gevuld met een kruisje. Het aan- en uitzetten gebeurt met de linker muisknop. |
Genereer Standaard Labels | Wanneer deze optie aanstaat worden automatisch labels aangemaakt op basis van de waarden (onder- en bovengrenzen) van de intervallen van de klassen. Daarbij kan het aantal decimalen worden opgegeven dat moet worden gebruikt. Dit gebeurt in het vak onder de optie Aantal Decimalen. |
Neem aantal op in labels | Deze optie zorgt ervoor dat het aantal elementen (regels) in een klasse wordt opgenomen in het label van de klasse. Dit is alleen mogelijk als Genereer Standaard Labels aanstaat. |
Gelijke intervallen levert een aantal klassen van gelijke breedte. U heeft bijvoorbeeld een kolom geselecteerd waarin de waarden variëren van 0 tot en met 30. U besluit drie klassen te maken met gelijke intervallen. De klassenindeling ziet er als volgt uit: klasse 1 = 0 - 10, klasse 2 = 10 - 20 en klasse 3 = 20 - 30. De breedte van een klasse is in dat geval gelijk, namelijk 10. De breedte van de klassen is dus gelijk aan het verschil tussen de minimum en de maximum waarden in een kolom gedeeld door het aantal klassen. Het aantal elementen in de verschillende klassen hoeft dus niet gelijk te zijn.
Gelijke aantallen maakt een aantal klassen aan waarin het aantal elementen gelijk is. Heeft een tabel bijvoorbeeld 50 elementen (ook wel rijen) en kiest de gebruiker voor 5 klassen dan worden 5 klassen met in ieder 10 elementen aangemaakt. De breedte van de klassen hoeft in dat geval niet gelijk te zijn.
Wanneer het aantal elementen zich niet goed laat delen door het aantal opgegeven klassen worden klassen met ongelijke aantallen gevormd. Heeft een tabel 43 elementen en het aantal opgegeven klassen is 4 dan worden bijvoorbeeld 3 klassen met 11 elementen en 1 klasse met 1 element gevormd.
Unieke waarde maakt voor iedere unieke waarde in de tabel een aparte klasse aan.
Door de gebruiker gedefinieerd laat de gebruiker zelf klassengrenzen definiëren. U geeft een aantal klassen op en sluit het venster 'Wijzig Classificatie' met 'OK'. Het door u gedefinieerde aantal klassen wordt aangemaakt. In de Legenda Editor kunt u vervolgens de onder- en bovengrens van de afzonderlijke klassen wijzigen. U kunt zelf legendateksten geven aan de nieuwe klassen onder de optie Label in de Legenda Editor. Ook kunt u deze genereren door nogmaals de optie Wijzigen te kiezen en in het venster dat wordt geopend Genereer standaard labels en eventueel Neem aantal op in labels aan te zetten. Verder wijzigt u niets in het venster. Het aantal klassen is al opgegeven en de classificatiemethode staat op Door de gebruiker gedefinieerd. Nadat het venster is afgesloten met 'OK' worden nieuwe labels aangemaakt.
Als de classificatie niet Door de gebruiker gedefinieerd is en de gebruiker wijzigt handmatig een Ondergrens of Bovengrens in het venster dan springt de classificatiemethode automatisch op Door de gebruiker gedefinieerd. Dit gebeurt ook als een klasse wordt toegevoegd of verwijderd.