Transportrichtingen van sediment
Bij de "Sediment Trend Analyse", ook wel McLaren methode genoemd, wordt uit de verandering van korrelgroottekarakteristieken van plaats tot plaats afgeleid vanuit welke richting het sediment op deze plaatsen is terechtgekomen. De hiervoor gebruikte korrelgroottekarakteristieken zijn gemiddelde korrelgrootte,
sortering en scheefheid.Over de toegepaste methode is de afgelopen 10 jaar veel discussie geweest. Dit varieerde van twijfel over de resultaten van deelstudies tot inhoudelijke kritiek op de toegepaste methode. Ook zijn er op basis van de McLaren methode alternatieve methodes ontwikkeld. De discussies zijn zeker nog niet beëindigd. Er wordt dan ook de nodige voorzichtigheid in acht genomen bij het gebruik van de resultaten van de analyse. In de praktijk worden deze resultaten gebruikt naast andere kennis over waterbeweging en sedimenttransporten bij de beeldvorming over transportrichtingen en herkomst van sediment.
Van de resultaten van de "Sediment Trend Analyses" per
kombergingsgebied is een overzicht gemaakt voor de hele Waddenzee. In dit overzicht vallen de volgende zaken op:Het zandtransport langs de kust is van Texel tot Ameland van het zuid-westen naar het noord-oosten gericht. Dit netto transport wordt bij de
zeegaten onderbroken door het transport in en uit de Waddenzee. Dit komt overeen met de bestaande inzichten over het zandtransport langs de kust. Verassenderwijs tonen de McLaren resultaten in het kustgebied van Schiermonnikoog een transportrichting vanuit de Eemsmond naar het Zuid-Westen in de richting van het Friesche Zeegat tussen Ameland en Schiermonnikoog.In de zeegaten is er sprake van zowel een ingaand als uitgaand netto zandtransport. Via de hoofd
geul is er over het algemeen een netto uitgaand transport, via de kleinere zijgeulen langs de eilandkusten een netto transport de Waddenzee in. In de Waddenzee zelf is de netto transportrichting vanuit de geulen het wad op tot de wantijen tussen de verschillende kombergingsgebieden.