Label eigenschappen

De dialoog voor het veranderen van label eigenschappen ziet er als volgt uit:


 
 
Kolom In de balk onder deze optie kunt u de kolom selecteren die moet worden gebruikt als label. Wanneer u met de linker muisknop klikt op de pijl aan het rechter eind van de balk verschijnt een lijst met kolommen behorende bij de kaartlaag. Door met de linker muisknop te klikken op een kolom wordt deze geselecteerd. 
Automatische Schaling Met Automatische Schaling wordt aangeven of de grootte van de labels wordt gewijzigd (geschaald) wanneer u in- of uitzoomt. U zet deze optie aan door met de linker muisknop op het vierkantje links voor 'Automatische Schaling' te klikken. Het vierkantje wordt nu gevuld met een kruisje of een vinkje. Wanneer u inzoomt worden de labels vanzelf groter en wanneer u uitzoomt kleiner. U zet de optie uit door nogmaals op het vierkantje te klikken. Wanneer u nu in- of uitzoomt blijven de labels even groot.
Symbool De Symbool knop activeert een standaard Windows venster waarin het lettertype, de stijl, kleur en grootte van het label kan worden gewijzigd. 
Achtergrond Onder Achtergrond kunt u aangeven of door de labeltekst heen de kaart zichtbaar blijft (transparant) of de labeltekst wordt afgedrukt op een kleur (wit, zwart, rood enz.). In het laatste geval verschijnt in de kaart een gekleurd balkje met daarin de labeltekst. 

De optie Transparant wordt geactiveerd door met de linker muisknop op het vierkantje voor 'transparant' te drukken. Het vierkantje wordt gevuld met een kruisje, de functieknop 'Kleur' is nu niet langer actief. Wanneer u de optie 'transparant' uitzet wordt de functieknop 'Kleur' weer actief. De optie Transparant staat standaard aan. 

Met de knop Kleur wordt een kleurenscherm geopend. Hierin kunt u een achtergrondkleur voor de labels selecteren. 

Positie Positie wordt gebruikt om te bepalen waar het label wordt geplaatst. Met de linker muisknop wordt de positie geselecteerd. In kaartlagen met vlakken wordt het label standaard in het centrum van het vlak geplaatst, in kaartlagen met punten standaard linksonder het punt en in kaartlagen met lijnen standaard rechts van het midden van de lijn.